06 120 850 34 | info@luutjeniemantsverdriet.nl |
In zijn boek ‘On writing well’ (jubileumeditie, 2006) verhaalt William Zinsser* over die keer dat hij op uitnodiging op een school sprak over schrijven als beroep. Hij vormde een panel samen met een chirurg die kort daarvoor het schrijven er in zijn vrije tijd bij was gaan doen.
Hoe is het om schrijver te zijn, luidt de eerste vraag van de studenten.
Ontzettend leuk, volgens de chirurg. Als hij thuiskomt na een dag hard werken in het ziekenhuis, vloeien de woorden vanzelf uit zijn pen en schrijft hij alle spanning van zich af. Zo gemakkelijk is het.
Schrijven is niet gemakkelijk, antwoordt Zinsser op dezelfde vraag, en het is ook niet leuk. Het is moeilijk en eenzaam en de woorden vloeien er zelden zomaar uit.
Of het belangrijk is om te herschrijven, willen de studenten weten.
Absoluut niet, zegt de chirurg. Laat het maar gewoon komen, en welke vorm de zinnen ook nemen, ze laten de schrijver van zijn meest natuurlijke kant zien.
Herschrijven is de essentie van schrijven, is het antwoord van Zinsser. Professionele schrijvers herschrijven hun zinnen keer op keer en herschrijven dan wat ze hebben herschreven.
Wat doet u op dagen dat het niet zo goed gaat, is de volgende vraag.
De chirurg zegt dat hij dan stopt met schrijven en het werk laat liggen tot een dag waarop het beter gaat.
Zinsser zegt dat een professionele schrijver zich houdt aan een dagelijks schema. Schrijven is geen kunstvorm, maar een vak, en wie van zijn vak wegvlucht omdat hij even geen inspiratie heeft houdt zichzelf voor de gek. En hij gaat ook failliet.
En als je somber of ongelukkig bent, heeft dat dan invloed op je schrijven, vraagt een student.
Waarschijnlijk wel, antwoordt de chirurg. Ga dan vissen. Of maak een wandeling.
Waarschijnlijk niet, antwoordt Zinsser. Als het je werk is om iedere dag te schrijven, leer je dat net als welk ander vak dan ook.
Een student vraagt of ze het nuttig vinden om in literaire kringen te verkeren.
De chirurg geniet van zijn nieuwe leven als man van de literatuur en vertelt over lunches met zijn uitgever en agent in restaurants waar ook andere schrijvers en uitgevers komen.
Zinsser zegt dat schrijvers solitaire zwoegers zijn die zelden andere schrijvers ontmoeten.
Zo verloopt de ochtend met veel openbaringen voor iedereen en na afloop zegt de chirurg tegen Zinsser dat hij diens antwoorden geweldig interessant vindt. Hij had er nooit bij stilgestaan dat schrijven moeilijk zou kunnen zijn.
Zinsser vindt de antwoorden van de chirurg evenzeer interessant. Hij had nooit bedacht dat schrijven gemakkelijk zou kunnen zijn. Hij denkt: misschien moet ik er wat chirurgie bij gaan doen.
De moraal van dit verhaal: schrijven is heel persoonlijk en er is geen ‘juiste’ manier om dat te doen. Er zijn allerlei soorten schrijvers en allerlei manieren om te schrijven. De manier die jou helpt te zeggen wat je te zeggen hebt, is de juiste manier voor jou.
*William Zinsser, On writing well (jubileumeditie 2006)