06 120 850 34 | info@luutjeniemantsverdriet.nl Facebook Linkedin

Kwajongensstreken en een vuurwerkongeluk

de Kroniek van de stad met het verhaal over het ongelukRené Martens werd in 1949 in de Wezenlaan geboren. Hij woonde er 26 jaar tot zijn trouwen. De Goffert was een schitterend speelterrein en ideaal om kwajongensstreken uit te halen... Maar niet alle avonturen liepen even goed af...

Ik heb zo'n beetje mijn hele jeugd op De Goffert doorgebracht. Dat was mijn speelterrein. Voetballen mocht niet. Je mocht niet op het grasveld lopen, dan kreeg je een bekeuring. Je had nog boswachters en die hadden een boswachtershuisje voor het openluchttheater. Als wij aan het voetballen waren op het stuk grasveld bij ons voor de deur, dan kwam de boswachter en die pikte de bal in of zette er rustig het mes in. Want wij mochten daar niet op dat grasveld lopen. Als gevolg daarvan staken wij af en toe zijn banden lek. Hij had zijn fiets bij het huisje staan en wij zeiden: als jij onze bal lek steekt dan doen wij hetzelfde. Hij stond regelmatig met een lekke band. Of de rijkspolitie kwam dan langs, meneer De Leeuw, die woonde bovenaan de Heiweg, bij de St. Annastraat Uw zoon heeft dit of uw zoon heeft dat... Ik was meestal wel degene die daar het initiatief toe nam. Ik had daar geen moeite mee. Ik zei, ja, dat heb ik gedaan, en nou? Dan moeten ze maar niet zo idioot doen. Je mocht in de Goffert niet op het gras lopen, maar als er een concours hippique was mocht de hele boel verruïneerd worden. En als wij als kleine jongens wilden voetballen op een stukje gras dan was dat verboden. Dat kun je je in deze tijd niet meer voorstellen, maar in die tijd liep je netjes op het pad.

We hebben wel wat kwajongensstreken uitgehaald. Met Oud en Nieuw hebben we het een keer gepresteerd om een van de lichtmasten, wat wij noemden, in de hens te zetten. We hadden strobalen gehaald, die uit elkaar gerukt en op een van de pijlers van de lichtmasten gebonden, tot bovenaan toe. Daar hebben we wat petroleum op laten druppelen en om 12 uur 's nachts aangestoken. Toen stond die hele lichtmast in lichterlaaie. We hadden een schitterend speelterrein. Die hele Goffert was één groot pretpark, met het rosarium, het openluchttheater en alles wat daar achter zat. In die tijd was het niet zo open als nu, er is heel veel struikgewas weggehaald. Vroeger was het een veel meer gesloten bos, alles groeide, er waren paden en verder was alles vol beplant. Ik vind het ook een leuk initiatief om die theeschenkerij weer te willen opbouwen. De Goffert blijft een uniek park. Er zijn wel wat kleinschalige veranderingen, zoals de verbouwing van het stadion. Aan de buitenkant zie je nog steeds het oude stadion zoals het was. Je had de speeltuin van de familie Van Zomeren in de Goffertboerderij. Waar nu de natuurtuin is was vroeger een grote speeltuin, met een grote hangbrug over het water en in de weekends, zeker in de zomer, ging je daar spelen. Wij hadden een jaarabonnement op het Goffertbad en in de zomer ging je iedere dag zwemmen. Je wilde die stempelkaart vol hebben. Ik kan me geen dag herinneren dat ik niet in het Goffertbad zat. Dat was je uitje, daar had je je vrienden, zeker toen je ouder werd, twaalf jaar en ouder.

Op de hoek van de Hazenkampseweg en de Wezenlaan had je bakkerij Van Veluw. De dochter daarvan is nu wethouder in Heumen. Die heeft de bekende kelderaffaire met Paul Depla gehad. Bij die bakker stonden wij vroeger 's avonds als opgeschoten jeugd, dat was een soort hangplek. Vaak bleven we daar niet staan, maar gingen we met z'n allen naar het Goffertbad, illegaal het hek over, kleding uit, hupsakee het zwembad in totdat de politie kwam en dan rap weer maken dat we wegkwamen.

Ik ben zelf nog slachtoffer geworden van een vuurwerkongeluk. Op 30 april werd in het Goffertpark altijd vuurwerk afgestoken. Wat nu op de Waal gebeurt met de Vierdaagse, was vroeger op de Goffertwei. Maar soms was men wat laks met opruimen. Als kleine jongen van elf vond ik daar wat spullen en ik ben ermee aan het experimenteren geweest. Dat was in 1960. Er was een staaf, waarvan ik dacht dat het sterretjes zouden zijn, maar dat was een dynamietstaaf. Zo'n dynamietstaaf werd de lucht ingeschoten en die hoefde alleen maar een harde knal te geven. Ik had de pech dat ik zo'n staaf aanstak en die ontplofte waar we met z'n tweeën bij waren. Ik had de vuurslag, mijn buurjongen van zestien die er bij was is twaalf meter door de lucht gevlogen, van onze tuin naar zijn tuin. Zo krachtig was dat wel. Ik zat gelukkig gebukt en mijn benen zijn mijn redding geweest, anders was ik opengereten geworden. Ik ben er goed vanaf gekomen, maar wel met tien jaar operatietafel achter de rug. Maanden in het ziekenhuis gelegen, blind geweest. Gelukkig heb ik mijn gezichtsvermogen teruggekregen, aan beide ogen, en mijn gezicht is plastisch opgelapt met stukken uit mijn handen en benen.

Op de foto de Kroniek van de stad met het verhaal over het ongeluk.


<< Terug naar het overzicht

Mijn specialismen