06 120 850 34 | info@luutjeniemantsverdriet.nl |
Het hoofd van de Franse orde van Johanna de Lestonnac kwam op bezoek bij de nonnen van de voorste en de achterste school aan de Dobbelmannweg. Het was toen zo koud dat de kinderen bij Gods gratie een broek aan mochten onder hun jurk. Ans Bosch mocht het hoge bezoek in het Frans welkom heten.
Toen we vanuit Berlicum in de Nimrodstraat kwamen wonen, zat ik in de eerste helft van de tweede klas, dus ik ben de tweede helft hier op school gekomen. Onze Ria zat denk ik nog einde kleuterschool, mijn broer ook nog kleuterschool en de rest moest nog naar school.
Met de meisjes op school had ik wel goed contact. Ik was gewend aan een strenge juf, die hield de kinderen onder de duim. Je werd wel aan je oor getrokken, maar met een liniaal slaan, dat hebben wij niet meegemaakt, ik heb het nooit gezien. De zusters waren allemaal wel aardig. Maar je had die strijd tussen de voorste school en de achterste school, de kwartjesschool en de dubbeltjesschool.
Je had onze school, dan een soort veranda, naast de school. Alles liep in elkaar over. Je kon van onze school binnendoor naar de kleuterschool, van de kleuterschool binnendoor naar de voorste school en daarvandaan naar het klooster en daarvandaan naar de kerk. Tussen onze school en de kleuterschool hadden we dus een soort veranda met een overkapping, daar stonden de zes klassen opgesteld om naar binnen te gaan als de bel ging. Keurig gedisciplineerd, in de rij, twee aan twee. De speelplaats was helemaal ommuurd. Die lag aan de andere kant van de school. We waagden het niet om daar buiten te gaan.
Ik draaide goed mee op school en ik heb er geen last van gehad dat we op de achterste school zaten. Het enige vervelende daarvan was dat wie op de voorste school zaten die woonden allemaal hier in de contreien. De kinderen die uit het Willemskwartier op de achterste school zaten trokken naar die kant en hadden daar hun vriendjes en vriendinnetjes. De kinderen uit onze straat zaten allemaal op de voorste school en omdat je daar niet op school zat trok je daar ook niet mee op. Dus daar hebben we eigenlijk geen contact mee gehad. Onze Toos had een vriendin in het Willemskwartier, en het was altijd bij ons te doen, dus om te zeggen dat je nou kwam in die contreien, nou nee. En zij hadden daar hun besognes en wij hadden gelukkig hier in de buurt een heleboel waar we mee konden spelen.
Wat ik leuk vond was toen het hoofd van de Franse orde van Johanna de Lestonnac op bezoek kwam. Dat was wat, want die werd natuurlijk met alle égards ontvangen. De hele klas kreeg een zin voorgelezen in het Frans, die moesten we nazeggen. Daar werd ik uitgehaald en ik mocht de zuster de bloemen aanbieden en in het Frans welkom heten. Dat was echt een belevenis, die vergeet je niet meer. In die tijd mocht je nog geen broeken dragen en het was zo koud dat je bij Gods gratie een broek onder je jurk aan mocht. Ik heb de bloemen aangeboden, helemaal zenuwachtig. Dat was een hoogtepunt.
Aan het eind van de lagere school moest ik toelatingsexamen doen en wij gingen met drie naar de mulo. De rest ging naar de huishoudschool. Ouders vonden het vroeger niet zo nodig om hun dochters te laten doorstuderen.
Op de foto de zesde klas met Ans Bosch.